De ruiter heeft de voorwaartse houding en zit aangenomen.
Het verschil tussen een ruiter die in de beweging mee is. En die in de beweging achter blijft.
De positie van de lichaamsdelen bepalen in belangrijke mate het vrije gebruik van het lichaam van de ruiter.
Drie belangrijke gewrichten voor een soepele houding en zit, zijn de heup-, knie en enkelgewrichten.
De ruiter heeft zijn zwaartepunt naar voren verplaatst, zodat deze boven die van het paard ligt.
De versnelling van het paard heeft invloed op de balans van het bovenlichaam. Als het paard versnelt, is het natuurlijk dat het bovenlichaam voorwaarts gaat.
Paard draaft met vrij gebruik van hoofd en hals, de ruiter heeft zijn lichaamshouding op de snelheid en het ritme afgestemd.
Deze ruiter heeft veel controle over zijn benen en het bovenlichaam. Zijn heup-, knie- en enkelgewrichten kunnen de bewegingen van het paard soepel ondervangen.
Het bovenlichaam van deze ruiter is in balans met de beweging, de piaffe, van het paard. Hij is mee in het ritme, de snelheid is vrijwel nihil.
Het zwaartepunt van het bovenlichaam van deze ruiter blijft achter op de beweging van het dravende paard.
De ruiter is achter de beweging en fixeert het hoofd en de hals van het paard in een houding. Waardoor het paardenlichaam uit balans is.
Er zijn verschillende manieren om een goede houding en zit te ontwikkelen. Of zowel, er zijn verschillenden aandachtsgebieden die je helpen om een goede positie in het zadel te krijgen. Zonder er al te diep op in te gaan, noem ik er enkele. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de anatomie van het ruiterlichaam, de bewegingsmogelijkheden van de afzonderlijke lichaamsdelen en de plaatsing van de lichaamsdelen vergeleken met elkaar.
Nu heb je een beeld van “wat er nodig is” om een ruiter te helpen met zijn houding en zit. Maar wees gerust, ik houd het eenvoudig. En als je de afbeeldingen eerst bekijkt dan zie je al gauw waar het over gaat.
Dynamica
De basis van een goede houding en zit is de bewegingsleer. En wat bedoel ik hiermee? Bewegingsleer is de kennis van de natuurlijke krachten die de beweging en het evenwicht van de ruiter beïnvloeden.
Ter verduidelijking geeft ik je een voorbeeld; tijdens het verlangzamen en het versnellen door het paard vinden er krachten op het ruiterlichaam plaats. Zoals, iedere ruiter weleens geeft gevoeld bij een plotselinge versnelling dat zijn bovenlichaam naar achteren schiet.
Zoals je nu begrijpt, gaat het over voelen wat er tijdens het paardrijden met je lichaam gebeurt. In dit artikel vind je dus aanwijzingen voor een goede balans.
Samenvattend: Dit artikel gaat in op de dynamiek van het ruiterlichaam. En hoe de ruiter met zijn bovenlichaam in overeenstemming met de snelheid van het paardenlichaam kan zijn, zodat er balans is.
Wat is een goede houding en zit op het paard met een juiste positie van het bovenlichaam? Wanneer zit een ruiter in de beweging of achter de beweging van het paard?
Op deze pagina
Wat is de rol van de houding en het tempo van het paard?
De vrije bewegingen van het paard beïnvloeden in welke positie het bovenlichaam van de ruiter in balans is. Ik realiseer me dat dit voor velen een gewaagde uitspraak is. Want in de praktijk zie je dat het paard eerst in de hand wordt gesteld op een wijze dat de ruiter zijn hoofd- en halshouding en het tempo controleert. Zodat de ruiter in een bepaalde houding kan zitten. Mijn ervaring is dat deze handelwijze voornamelijk spanning opwekt en daaruit rijtechnische problemen ontstaan.
Afbeelding: het paard draaft door de gedwongen houding niet in balans. En de ruiter trekt zich aan het paardenhoofd op. Hierdoor beweegt het lichaam van de ruiter tegen de beweging van het paard in. Kortom een ruiter kan géén goede houding en zit ontwikkelen op een paard dat niet in balans gaat.
Ik moedig daarom beginnende ruiters aan om eerst de “vrije” bewegingen van het paard te leren volgen. Totdat ze hun balans moeiteloos aan de veranderingen van het paardenlichaam en tempo kunnen aanpassen. Daarom stel ik dat de houding en het tempo van het paard dus direct invloed hebben op de positie van het bovenlichaam. Opdat de ruiter altijd in de beweging van het paard mee is.
Een cruciale vraag: Ben je instaat om je lichaam aan de bewegingen van het paard aan te passen? Of, moet het paard zich schikken aan jouw bewegingsmogelijkheden?
Wat is de invloed van de lichaamsdelen op de positie van het bovenlichaam?
Afbeelding: het paard draaft in zijn natuurlijke houding met vrij gebruik van hoofd en hals. Er zijn voor een gebalanceerde houding en zit van de ruiter, vier belangrijke onderdelen. Namelijk: (A) Het bovenlichaam. (B) De bovenbenen. (C) De onderbenen. En (D) de voeten. Afbeelding: het paard draaft in zijn natuurlijke houding met vrij gebruik van hoofd en hals. Het lichaam van de ruiter bevat drie typen gewrichten die van belang zijn voor een gebalanceerde houding en zit. Namelijk: (1) De heupgewrichten. (2) De kniegewrichten. En (3) de enkelgewrichten.
Wat is de invloed van het zwaartepunt op de balans van het bovenlichaam?
Afbeelding: het paard draaft in zijn natuurlijke houding met vrij gebruik van hoofd en hals. Het bovenlichaam van de ruiter is mee in de beweging van het paard. Dit is mogelijk; omdat het zwaartepunt van de ruiter (Zr), in overeenstemming is met het zwaartepunt van het paard (Zp). Hier zie je dat de ruiter voor zijn balans de positie van het bovenlichaam heeft aangepast aan het tempo van het paard. Afbeelding: het paard draaft in zijn natuurlijke houding met vrij gebruik van hoofd en hals. Het bovenlichaam van de ruiter is dynamisch. In de zin dat het zich direct kan aanpassen aan tempo versnelling of verlangzamen. (Zr) Is het zwaartepunt van de ruiter. En (Zp) is het zwaartepunt van het paard. Als beide zwaartepunten met elkaar in overeenstemming zijn, is de ruiter in dynamische balans.
Wat is een goede positie van het bovenlichaam?
Afbeelding: het paard draaft in zijn natuurlijke houding met vrij gebruik van hoofd en hals. Het bovenlichaam van de ruiter is mee in de beweging van het paard. Afbeelding: het paard draaft in zijn natuurlijke houding met vrij gebruik van hoofd en hals. Het bovenlichaam van de ruiter is achter de beweging van het paard.Afbeelding: het paard gaat hier in piaffe. Dit is een verzamelde draf op de plaats. De ruiter zit hier in balans en zijn positie van het bovenlichaam is loodrecht.
Lees verder
Op deze pagina heb je kennis gemaakt met de dynamische invloeden op het ruiterlichaam. Op de pagina ‘De houding en zit van de ruiter‘ vind je de onderbouwing van wat je hier hebt gelezen. En op de site van de hippische sportbond vind je een overzichtsartikel over een goede houding en zit.